Bedrijven mogen zich niet zomaar Koninklijk of Royal noemen

Recentelijk bepaalde de kantonrechter in Den Haag dat het bedrijf Royal Dutch Holding niet het recht heeft deze naam te dragen. Bedrijven mogen termen als "koninklijk" of "royal" namelijk alleen maar gebruiken als de koning hier toestemming voor gegeven heeft. Dit klinkt logisch, maar toch zijn er bedrijven die dergelijke namen voeren zonder toestemming, om een koninklijke indruk te wekken.

Verschil tussen "koninklijk" en "royal"

Voorbeelden van bedrijven die wél toestemming hebben om de term "koninklijk" te dragen zijn grote bedrijven als Shell en Koninklijke Luchtvaartmaatschappij (KLM). Deze bedrijven noemen zich ook wel "Royal Dutch Shell" en "Royal Dutch Airline". Het aangeklaagde bedrijf Royal Dutch Holding dacht door de Engelse vertaling van "koninklijk" te gebruiken, de regels voor het dragen van het predicaat te kunnen omzeilen. De rechter heeft nu echter bepaald dat de Engelse taal zo ingeburgerd is in de Nederlandse samenleving, dat de Engelse vertaling van 'koninklijk' ook doet lijken alsof de koning toestemming heeft gegeven voor de titel. Vooral doordat het bedrijf in kwestie de combinatie van "Royal" en "Dutch" gebruikt, zoals de eerder genoemde Shell en KLM ook doen, lijkt het alsof Royal Dutch Holding zich in dezelfde klasse als deze bedrijven bevindt.

Zegen van de koning

Toestemming voor het dragen van het predicaat Koninklijk krijgt een bedrijf niet zomaar. Een bedrijf moet daarvoor in ieder geval 100 jaar bestaan en minimaal 100 medewerkers in dienst hebben. Ook moet het bedrijf belangrijk zijn in zijn vakgebied en zich presenteren als Nederlandse onderneming. Bovendien moet het bedrijf een goede reputatie hebben op financieel gebied en aantoonbaar stabiel zijn. Dat er nogal wat komt kijken bij het predicaat is ook niet zo vreemd, aangezien het de zegen van de koning representeert. Nu de rechter bepaald heeft dat het dragen van de Engelse term "royal" ook toestemming van de koning behoeft, zullen bedrijven niet meer zo gemakkelijk de regels hiervoor kunnen omzeilen.

Stichting opgericht door voormalig koningin Beatrix

De aanklager in de zaak tegen Royal Dutch Holding, welke haar naam zal moeten veranderen, is stichting Sigillis Regiis Praesidio. Deze stichting werd in 2002 door de toenmalige koningin opgericht ter bescherming van de intellectuele eigendomsrechten van het Koninklijk Huis. Dit was ook de partij die ervoor zorgde dat de naam van toekomstig koningin Amalia, twee dagen voor haar geboorte al als merkrecht geregistreerd werd. Ondernemers kunnen haar naam daardoor niet gebruiken voor commerciële doeleinden.

Foto: Pixabay